De vliegtuigcrash op Den Oosterhuis

De vliegtuigcrash op Den Oosterhuis 8 maart 1944

Onlangs bracht Marla Olson. Dochter van de navigator van de ”Portland Ann”
op 20 oktober 2010 een bezoek aan Nederland en in het bijzonder ook aan Balkbrug en omgeving.

8 maart 1944
Het weer op biddag 8 maart 1944 was een beetje heiïg, maar merendeels helder en zonnig,
ongeveer acht graden. Het was de eerste keer dat de Amerikanen overdag bombardeerden.
Het doel was Berlijn of eventueel een kogellagerfabriek in die buurt.
Er namen hieraan 623 bommenwerpers deel. Zevenendertig ”bombers” en achttien ”fighters”
zijn neergehaald door afweergeschut en Duitse jagers. De Luftwaffe verloor tweeënveertig jagers.
Ten noord-oosten van Ommen werd de ”Portland Ann” geraakt en moest de bemanning het vliegtuig verlaten.
Er was op dat moment gelukkig niemand gewond en allemaal konden ze aan hun parachute veilig de grond bereiken.
De eersten kwamen neer in de buurt van Ommen. Daar werden twee mannen gearresteerd,
waarvan er één bij de landing zijn linker enkel gebroken had. De anderen zijn ontkomen.

Springen
Marla, de dochter van Olson (de navigator van het vliegtuig) vertelde mij het volgende verhaal.
”Mijn vader was bij de tweede groep. Eén lid van de bemanning, Anderson, die voor hem zou springen,
greep op het laatst een stang vast en wilde deze niet meer loslaten.
Mijn vader ging toen op zijn vingers staan, toen moest hij wel loslaten en springen”.
Het is niet verwonderlijk dat deze jongens bang waren. Ze waren allen rond de twintig jaar
en hadden nog nooit gesprongen. (Ze hadden alleen theorielessen gehad).
”Mijn vader kon zich later nog goed de totale stilte herinneren tijdens het naar beneden zweven.
Hij was alleen bang om in een kanaal of een ander water te recht te komen, want hij kon namelijk niet zwemmen.
Deze (tweede) groep is tussen Ommen en Dalfsen neergekomen en ondergedoken met behulp van verzetsmensen.
Alleen Hooper (de laatste) is pas boven Balkbrug gesprongen.
Was hij het die het toestel een kleine zwenking naar het noorden liet maken?
We weten wel dat hij bij het ”Canadabos” terecht gekomen is.
Zijn verhaal is beschreven in ons verenigingsblad no. 3, jaargang 1998.

Veilig thuis
Alle bemanningsleden zijn weer veilig thuis gekomen, maar dat ging na veel omzwervingen.
Op de twee gearresteerden na, hebben ze allen ondergedoken gezeten in Dalfsen, Vollenhove, Surhuisterveen,
Drachten en in Noord-Brabant. Na een tijdje zijn ze op de ”pilotenlijn” naar Spanje gezet.
Door verraad zijn ze allemaal in België opgepakt en alsnog naar diverse krijgsgevangenkampen in Duitsland gebracht.
Voor het einde van de oorlog hebben ze nog lange dodenmarsen naar het westen moeten maken in sneeuw en barre kou,
soms wel meer dan een maand lang, omdat het Russische leger vanuit het oosten oprukte.

Tot slot
Met veel dank aan Paul Harmsen (HCO Zwolle) voor de foto’s van het vliegtuigongeluk.
Eveneens aan Teunis Schuurman uit Vollenhove, die veel en prachtig werk verrichtte.
Teun heeft in de laatste vier jaar een heel groot netwerk opgebouwd van tijdens de oorlog verongelukte vliegtuigen
in onze omgeving en de NO-polder. Hij heeft heel veel speurwerk gedaan en daardoor
veel contacten in Amerika, Canada, Australië en Engeland.

Paul en Teun, ik ben blij jullie te mogen kennen. De lezers wil ik vragen om tijdens de
feestdagen ook eens aan de jonge mensen te denken, die gezorgd hebben dat wij in vrede en vrijheid kunnen leven.

OPDAT WIJ NOOIT VERGETEN.

Jan Nijensikkens - Oktober 2010 -

© PATS, 2006 - 2013