JEEP M38A1

Artikel uit de TANK, het TWENOT clubblad - - - - door Kees Blijleven


'Als je maar geduld hebt dan lossen een heleboel problemen vanzelf op'. Deze stelling gaat natuurlijk lang niet altijd
op, maar in onze tak van de modelbouw begint het er misschien toch wel een beetje op te lijken. Kijk maar naar de
modellen die de laatste tijd zijn verschenen. Veel modelbouwers hadden de moed al opgegeven dat daar ooit een plastic
bouwdoos van zou worden gemaakt en hadden zich al neergelegd bij de aanschaf van een duur resin model. En toen
verschenen daar opeens de Comet en de Dragon Wagon van Tamiya, een hele rij Shermans van Dragon, alweer enkele jaren
gelden, een paar maanden geleden de Renault tank van de Poolse fabrikant RPM en onlangs, last but not least, de Jeep
M38A1, in Nederland beter bekend als de NEKAF.

De fabrikant is de tot op heden voor mij onbekende Zuid Koreaanse firma Skybow en de kennismaking is wat mij betreft
geheel geslaagd. Ze hebben een schitterend model gemaakt. Zeer gedetailleerd en alles ragfijn afgewerkt. De ruime doos
bevat vijf gietramen, elk keurig in een cellofaan zak verpakt. De meeste onderdelen zitten aan twee grote gietramen: een
voor de motor, het chassis, de wielen en alles wat met de assen te maken heeft en een voor de carrosserie met alle
toebehoren. Daarnaast zijn er twee kleinere gietramen voor de voorruit en het .50 machinegeweer en uiteraard is er een
transparant gietraampje voor de transparante delen.
Het decalvelletje biedt witte decals voor twee US Army uitvoeringen en een paar gele decals voor een uitvoering van de US
Marines in Vietnam, 1963. De bouwbeschrijving tenslotte is glashelder en geeft een prima bouwvolgorde. Je kunt daar
natuurlijk naar believen van afwijken door uitstekende delen zoals bijvoorbeeld de achteruitkijkspiegel pas als laatste
aan het model te lijmen.
In stap 1 heeft Skybow vergeten het onderdeelnummer A36 (de versnellingsbak) te noemen, de tekening is echter volkomen
duidelijk.
In stap 3 staat de aandrijfas naar de achterbrug aangeduid als onderdeel A32, terwijl deze aan het gietraam nummer A55
heeft.

Zoals reeds gezegd, het is een zeer gedetailleerd model. Alles zit er op en aan, tot en met de haken waarmee de motorkap
vastzit (het kan dus wel, Tamiya!). De motor is zo gedetailleerd dat het aantrekkelijk kan zijn het model met geopende
motorkap te plaatsen. De enige wens die bij dit model nog overblijft is een huif. Deze ontbreekt namelijk.
Let er op het eind van stap 1 op dat de versnellingsbak + reductiebak (de onderdelen A36, 37, 39 + 40) op de juiste
manier op de chassissteun worden geplaatst. Ik merkte dat je ze heel makkelijk een beetje schuin zet, waardoor je
ruimteproblemen krijgt als je de carrosserie wilt plaatsen. Je kunt het beste meteen 'passen' met behulp van onderdeel
B27, de carrosserievloer.
Een tweede onduidelijkheid was voor mij de manier waarop in stap 12 de steun voor het reservewiel (onderdeel C2) moet
worden bevestigd. Ik heb hem uiteindelijk op de twee driehoekige plaatjes aan de
achterwand gezet en daar lijkt hij wel goed te zitten.
Voor de Nederlandse uitvoering moeten nog een paar details worden toegevoegd, te weten de accuhoofdschakelaar die
helemaal aan de rechterkant van het dashboard zit, de beide reflectors en de stadslampen aan de voorkant van de
spatborden en de gril en de beide hijsogen links en rechts naast de trekhaak.

De Technische Handleiding nr. 9-345 van het Departement van Defensie inzake bediening en onderhoud door de gebruikende
eenheden van de JEEP M38A1, ¼ ton, 4x4, 24v geeft de volgende beschrijving van dit voertuig:

Algemeen:
De Jeep M38A1, ¼ ton, 4x4, 24v kan op alle vier wielen worden aangedreven. De viercilinder benzinemotor is vóór in het
voertuig onder de motorkap geplaatst. De carrosserie biedt plaats aan vier personen, is van het open type en kan worden
afgeschermd door een afneembare zeildoekse kap, zijzeilen en zeildoekse deuren, welke worden ondersteund en op hun plaats
gehouden door metalen stangen, klemmen en zeildoekse banden. Er kan ook een metalen kap worden aangebracht.
De jeep wordt voor algemene doeleinde gebruikt en is speciaal ontworpen voor het verrichten van verkenningen, het
onderhouden van verbindingen tussen commando's of voor het verrichten van bijzondere opdrachten.

De voorruit is zodanig geconstrueerd, dat deze op de motorkap kan worden neergeklapt, teneinde een laag silhouet te
verkrijgen en het naar voren vuren mogelijk te maken. Het reservewiel is aan de achterkant van het voertuig bevestigd. De
carrosserie is voorzien van beugels en ruimten om de benodigde uitrustingsstukken te kunnen vervoeren. Het chassis is aan
de achterzijde van een trekhaak voorzien en van ogen aan voor- en achterkant om het voertuig te kunnen slepen of
ophijsen.

De motor:
Het vermogen van de jeep wordt geleverd door een viercilinder Willys Overland benzinemotor van het F-kop type. Dit type
motor is een combinatie van zijklep- en kopklepmotor, op drie punten aan het chassis bevestigd. Door het openen van de
motorkap zijn motor en hulporganen bereikbaar.

De versnellingsbak:
De drieversnellingsbak is onmiddellijk achter de motor aangebracht en wordt voor een versnellingshefboom bediend.

De reductiebak:
Om over extra vermogen te kunnen beschikken is een reductiebak met twee reducties achter de versnellingsbak gemonteerd.
In zwaar terrein kan daardoor over extra trekvermogen worden beschikt. De voorwielaandrijving wordt ook door de
reductiebak ingeschakeld, welke door twee hefbomen in de bestuurdersruimte wordt bediend.

De M38A1 in het Nederlandse leger.
De Jeep M38A1 is tot op heden het voertuig met de langste staat van dienst in het Nederlandse leger. Maar liefst ruim
veertig jaar, van 1952 tot 1996, heeft hij dienst gedaan. In het kader van het 'Mutual Defence Assistance Program'
ontving het Nederlandse leger in 1952 een flink aantal jeeps van het type M38A1. Om de Nederlandse industrie tegemoet te
komen werd besloten de M38A1 te assembleren in Nederland, waarbij onderdelen die op grond van bepalingen in de
Wegenverkeerswet in de voertuigen moesten worden aangebracht, door de Nederlandse industrie zouden worden geleverd.
De assemblage vond vanaf 1955 plaats bij de Nederlandse Kaiser-Frazer fabriek te Rotterdam. De naam NEKAF is hiervan het
acroniem. Omdat dit bedrijf de productie van 55 jeeps per week niet haalde en daardoor op grond van contractclausules
geconfronteerd werd met hoge boetes, moest zij de productie in 1958 staken. De assemblage werd toen overgenomen door
Kemper & Van Twist in Dordrecht, die tot 1962 jeeps heeft geproduceerd. De naam Nekaf bleef hierbij gehandhaafd.
Bij de aanschaf van de Nekaf was niet voorzien dat het voertuig zo lang dienst zou doen. De levensduur, de zogenoemde
Life of Type (LOT), was bij de aanschaf bepaald op twintig jaar. Dat wil zeggen: tien jaar paraat en tien jaar
mobilisabel. Dit uitgangspunt werd verlaten toen niet tijdig werd voorzien in vervanging van de Nekaf, hetgeen onder
andere te maken had met veranderende prioriteiten in het aankoopbeleid van het Ministerie van Defensie. Er moest in de
jaren zestig veel geld worden besteed aan de aanschaf van gepantserde rups- en wielvoertuigen in het kader van de
mechanisatie van de K.L. en dit ging ten koste van de vervanging van de lichte wielvoertuigen. De Nekaf kreeg derhalve
een veel langere levensduur toebedeeld dan oorspronkelijk de bedoeling was.

Naast de standaard uitvoering 'voor algemene doeleinden' is de Nekaf ook gebruikt als radio wagen, ambulance en als
wapendrager met de 106 mm terugstootloze vuurmond M40.
Alles bij elkaar heeft het Nederlandse leger er zo'n 7500 in gebruik gehad.




Met de invoering van het kanon 106 mm Terugstootloze Vuurmond (TLV) in 1959 werd een nieuwe dimensie toegevoegd aan het
bestaande terreinwagenconcept. Met Amerikaanse ombouwsets werden 355 Nekafs M38A1 omgebouwd tot M38A1C TLV drager. Zo
werd een rijdend antitankwapen-platform gerealiseerd dat ten opzichte van rupsvoertuigen het grote voordeel had dat het
zich betrekkelijk snel en geruisloos kon verplaatsen. De TLV bestond uit een 106 mm vuurmond, een .50 inschietgeweer, een
richtkijker en een affuit. De effectieve dracht van het wapen was, bij gebruik van het inschietgeweer, ruim 1100 meter
(NB: een Skybow model van de M38A1 met TLV is aangekondigd).
Om het extra gewicht van 217 kilo te kunnen dragen, werd de Nekaf zwaarder geveerd. Andere aanpassingen bestonden uit een
gescheiden voorruit, een steun voor de loop en munitierekken. De bemanning bestond uit vier personen: een korporaal als
stukscommandant en drie soldaten, resp. als schutter, lader en chauffeur. De TLV was aanvankelijk ingedeeld bij de
antitankpelotons van pantserinfanteriebataljons. Later, na de invoering van het TOW draadgeleide antitankprojectiel, zijn
de TLV's bij het Nationaal Territoriaal Commando ingedeeld.
Van 1983 tot en met 1989 zijn veertig Nekafs M38A1C bewapend geweest met de TOW-raket.

Het ontwerp van de M38A1 dateert uit 1952, het jaar waarin eveneens met de productie werd begonnen. Het was de laatste
echte jeep die door Willys en later door Kaiser Jeep International voor het Amerikaanse leger werd gebouwd.
Latere jeep-achtige voertuigen waren afkomstig van andere bedrijven en werden gebouwd met andere componenten, hetgeen
leidde tot geheel andere voertuigen, ten onrechte aangeduid als 'jeep'.
Het Model M38A1 viel zozeer in de smaak dat het drie jaar later met veel succes als de CJ5 werd geïntroduceerd op de
civiele markt.

Bronnen:
-Technische Handleiding nr. 9-345
-Four-wheel... Drive, van Jeep tot Mercedes, P.F. van den Heuvel, F. Staarman
-Militaire Transportvoertuigen in Nederland, Martin Wallast